Bridge – een denksport
Bridge is het enige kaartspel dat tot de denksporten wordt gerekend. Terecht, want het is niet heel moeilijk te leren, maar het goed te kunnen vergt wel wat: concentratie, goed geheugen, logisch denken, creativiteit en goede samenwerking met je partner.
Bridge – een sociale sport
Bridge onderscheidt zich van andere denksporten doordat je het niet in je eentje speelt, maar samen met een partner. Dat geeft een extra uitdaging, maar ook extra plezier. Het maakt bridge een veel socialer spel. Zeg maar: ‘Not for nerds only’. Voor een goed resultaat is de kwaliteit van het partnership cruciaal. Daarbij gaat het niet zozeer om de technische kwaliteiten van de twee spelers, maar vooral om de omgang met elkaar en met de teleurstellingen die fouten van jezelf en je partner oproepen.
Bridge – een kans voor je emotionele ontwikkeling
Zeker voor wie de top wil halen, is groeien in emotioneel opzicht minstens zo belangrijk als het ontwikkelen van technische vaardigheden. Het is in wezen hetzelfde als in een professionele carrière: je moet iets goed kunnen, maar zonder groei in sociale intelligentie zit je al vrij snel aan je plafond. Bridge biedt je als student dan ook bij uitstek de kans een voorsprong op te bouwen voor je aan je werkende leven begint.
Bridge – hoe werkt het?
Vier spelers – Het spel wordt gespeeld door vier personen met 52 kaarten, ieder 13 kaarten. De spelers krijgen de naam van een windrichting: Noord en Zuid vormen het ene paar, Oost en West het andere. Na een beetje oefenen duurt elk afzonderlijk spel ongeveer 7 minuten.
Twee fases, eerst bieden – Het spel kent twee fasen: eerst het bieden en daarna het (tegen)spelen. Het bieden gaat in een soort veiling bij opbod, waarbij telkens hoger geboden wordt totdat niemand meer hoger wil. Het hoogste bod heet het ‘contract’: de troefkleur (geen troefkleur is ook een optie) en het aantal slagen dat de ‘leider’ tenminste moet zien te maken.
Daarna uitspelen – Nadat de tegenspeler link van ‘de leider’ de eerste kaart heeft gespeeld komen de kaarten van de partner van de ‘leider’ open op tafel te liggen en bepaalt vervolgens de ‘leider’ telkens welke van deze kaarten wordt (bij)gespeeld. De tegenstanders proberen te voorkomen dat de ‘leider’ zijn contract haalt door zelf zo veel mogelijk slagen te maken.
Score – Een gemaakt contract levert punten op voor de leider en zijn partner; gaat het contract down – de leider haalt niet het aantal slagen van zijn contract – dan scoren de tegenstanders. In het algemeen is het zo dat hoe hoger je biedt des te meer punten je wint als je het geboden aantal slagen ook haalt.
Biedsysteem – Voor het bieden hebben paren een biedsysteem: een verzameling afspraken over wat biedingen betekenen. Zo’n biedsysteem kan beperkt en dus eenvoudig zijn, maar ook complex en uitgebreid.